Woordenlijst

Lets – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/77731267.webp
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
nooit
Men moet nooit opgeven.