Woordenlijst

Lets – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/75164594.webp
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/134906261.webp
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.