Woordenlijst

Lets – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/7769745.webp
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.