Woordenlijst

Noors – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/77731267.webp
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/118228277.webp
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ook
Haar vriendin is ook dronken.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.