Woordenlijst

Zweeds – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/118228277.webp
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/132151989.webp
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.