Woordenlijst

один

Я провожу вечер один.

odin

YA provozhu vecher odin.

alleen

Ik geniet van de avond helemaal alleen.

не

Мне не нравится кактус.

ne

Mne ne nravitsya kaktus.

niet

Ik hou niet van de cactus.

там

Цель там.

tam

Tsel‘ tam.

daar

Het doel is daar.

всегда

Здесь всегда было озеро.

vsegda

Zdes‘ vsegda bylo ozero.

altijd

Hier was altijd een meer.

достаточно

Она хочет спать и ей достаточно шума.

dostatochno

Ona khochet spat‘ i yey dostatochno shuma.

genoeg

Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

также

Собака также может сидеть за столом.

takzhe

Sobaka takzhe mozhet sidet‘ za stolom.

ook

De hond mag ook aan tafel zitten.

слишком много

Он всегда работал слишком много.

slishkom mnogo

On vsegda rabotal slishkom mnogo.

te veel

Hij heeft altijd te veel gewerkt.

такой же

Эти люди разные, но одинаково оптимистичные!

takoy zhe

Eti lyudi raznyye, no odinakovo optimistichnyye!

even

Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

в любое время

Вы можете позвонить нам в любое время.

v lyuboye vremya

Vy mozhete pozvonit‘ nam v lyuboye vremya.

altijd

Je kunt ons altijd bellen.

раньше

Она была толще раньше, чем сейчас.

ran‘she

Ona byla tolshche ran‘she, chem seychas.

voor

Ze was voorheen dikker dan nu.

из

Она выходит из воды.

iz

Ona vykhodit iz vody.

uit

Ze komt uit het water.

утром

Мне нужно вставать рано утром.

utrom

Mne nuzhno vstavat‘ rano utrom.

‘s morgens

Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.