Vocabolario

Impara i verbi – Olandese

cms/verbs-webp/44159270.webp
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
restituire
L’insegnante restituisce i saggi agli studenti.
cms/verbs-webp/131098316.webp
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
sposarsi
Ai minori non è permesso sposarsi.
cms/verbs-webp/87153988.webp
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
promuovere
Dobbiamo promuovere alternative al traffico automobilistico.
cms/verbs-webp/99769691.webp
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
passare accanto
Il treno sta passando accanto a noi.
cms/verbs-webp/86064675.webp
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
spingere
L’auto si è fermata e ha dovuto essere spinta.
cms/verbs-webp/110233879.webp
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.
creare
Ha creato un modello per la casa.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
monitorare
Qui tutto è monitorato da telecamere.
cms/verbs-webp/99725221.webp
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
mentire
A volte si deve mentire in una situazione di emergenza.
cms/verbs-webp/32180347.webp
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
smontare
Nostro figlio smonta tutto!
cms/verbs-webp/65840237.webp
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
inviare
La merce mi verrà inviata in un pacco.
cms/verbs-webp/119235815.webp
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
amare
Lei ama davvero il suo cavallo.
cms/verbs-webp/129244598.webp
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
limitare
Durante una dieta, bisogna limitare l’assunzione di cibo.