Wortschatz
Lernen Sie Verben – Niederländisch

ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
entwickeln
Sie entwickeln eine neue Strategie.

uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
erläutern
Sie erläutert ihm, wie das Gerät funktioniert.

uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
herausgeben
Der Verlag gibt diese Zeitschriften heraus.

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
vertreten
Rechtsanwälte vertreten ihre Mandanten vor Gericht.

investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
investieren
In was sollen wir unser Geld investieren?

uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
ausbreiten
Er breitet die Arme weit aus.

bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
vorbeibringen
Der Pizzabote bringt die Pizza vorbei.

gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.
schmeißen
Er schmeißt seinen Computer wütend auf den Boden.

genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!
reichen
Das reicht jetzt, Sie nerven!

duwen
Ze duwen de man het water in.
schubsen
Sie schubsen den Mann ins Wasser.

controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
prüfen
Der Mechaniker prüft die Funktionen des Autos.
