Wortschatz

Lernen Sie Verben – Niederländisch

cms/verbs-webp/103719050.webp
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
entwickeln
Sie entwickeln eine neue Strategie.
cms/verbs-webp/100634207.webp
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
erläutern
Sie erläutert ihm, wie das Gerät funktioniert.
cms/verbs-webp/98060831.webp
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
herausgeben
Der Verlag gibt diese Zeitschriften heraus.
cms/verbs-webp/68779174.webp
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
vertreten
Rechtsanwälte vertreten ihre Mandanten vor Gericht.
cms/verbs-webp/120282615.webp
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
investieren
In was sollen wir unser Geld investieren?
cms/verbs-webp/84314162.webp
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
ausbreiten
Er breitet die Arme weit aus.
cms/verbs-webp/33564476.webp
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
vorbeibringen
Der Pizzabote bringt die Pizza vorbei.
cms/verbs-webp/44269155.webp
gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.
schmeißen
Er schmeißt seinen Computer wütend auf den Boden.
cms/verbs-webp/77883934.webp
genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!
reichen
Das reicht jetzt, Sie nerven!
cms/verbs-webp/23257104.webp
duwen
Ze duwen de man het water in.
schubsen
Sie schubsen den Mann ins Wasser.
cms/verbs-webp/123546660.webp
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
prüfen
Der Mechaniker prüft die Funktionen des Autos.
cms/verbs-webp/102731114.webp
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
veröffentlichen
Der Verlag hat viele Bücher veröffentlicht.