Besedni zaklad

Naučite se glagolov – nizozemščina

cms/verbs-webp/95625133.webp
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
ljubiti
Zelo ljubi svojo mačko.
cms/verbs-webp/121928809.webp
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
krepiti
Gimnastika krepi mišice.
cms/verbs-webp/40632289.webp
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
klepetati
Študenti med poukom ne bi smeli klepetati.
cms/verbs-webp/93150363.webp
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
zbuditi
Pravkar se je zbudil.
cms/verbs-webp/107407348.webp
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
potovati okoli
Veliko sem potoval po svetu.
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
iti naprej
Na tej točki ne moreš iti naprej.
cms/verbs-webp/120624757.webp
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
hoditi
Rad hodi po gozdu.
cms/verbs-webp/125402133.webp
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
dotakniti se
Nežno se je dotaknil nje.
cms/verbs-webp/119417660.webp
geloven
Veel mensen geloven in God.
verjeti
Mnogi verjamejo v Boga.
cms/verbs-webp/102731114.webp
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
objaviti
Založnik je objavil veliko knjig.
cms/verbs-webp/110347738.webp
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
razveseliti
Gol razveseli nemške nogometne navijače.
cms/verbs-webp/111615154.webp
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
odpeljati nazaj
Mama odpelje hčerko nazaj domov.