Vocabulário

Aprenda verbos – Holandês

cms/verbs-webp/122638846.webp
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
deixar sem palavras
A surpresa a deixou sem palavras.
cms/verbs-webp/127620690.webp
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
tributar
As empresas são tributadas de várias maneiras.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
limpar
O trabalhador está limpando a janela.
cms/verbs-webp/108014576.webp
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
reencontrar
Eles finalmente se reencontram.
cms/verbs-webp/112444566.webp
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
falar com
Alguém deveria falar com ele; ele está tão solitário.
cms/verbs-webp/119335162.webp
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
mover
É saudável se movimentar muito.
cms/verbs-webp/43956783.webp
weglopen
Onze kat is weggelopen.
fugir
Nosso gato fugiu.
cms/verbs-webp/121928809.webp
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
fortalecer
Ginástica fortalece os músculos.
cms/verbs-webp/44848458.webp
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
parar
Você deve parar no sinal vermelho.
cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
misturar
Vários ingredientes precisam ser misturados.
cms/verbs-webp/43100258.webp
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
encontrar
Às vezes eles se encontram na escada.
cms/verbs-webp/73751556.webp
bidden
Hij bidt in stilte.
rezar
Ele reza silenciosamente.