Vocabulário

Aprenda verbos – Holandês

cms/verbs-webp/34725682.webp
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
sugerir
A mulher sugere algo para sua amiga.
cms/verbs-webp/125319888.webp
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cobrir
Ela cobre seu cabelo.
cms/verbs-webp/124458146.webp
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
deixar
Os donos deixam seus cachorros comigo para um passeio.
cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
enfatizar
Você pode enfatizar seus olhos bem com maquiagem.
cms/verbs-webp/8451970.webp
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
discutir
Os colegas discutem o problema.
cms/verbs-webp/79322446.webp
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
apresentar
Ele está apresentando sua nova namorada aos seus pais.
cms/verbs-webp/62788402.webp
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
endossar
Nós endossamos de bom grado sua ideia.
cms/verbs-webp/44518719.webp
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
caminhar
Este caminho não deve ser percorrido.
cms/verbs-webp/122079435.webp
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
aumentar
A empresa aumentou sua receita.
cms/verbs-webp/47802599.webp
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
preferir
Muitas crianças preferem doces a coisas saudáveis.
cms/verbs-webp/103232609.webp
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
exibir
Arte moderna é exibida aqui.
cms/verbs-webp/49853662.webp
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
escrever por toda parte
Os artistas escreveram por toda a parede.