Ordforråd

Lær verb – Dutch

cms/verbs-webp/77738043.webp
beginnen
De soldaten beginnen.
byrje
Soldatane byrjar.
cms/verbs-webp/85623875.webp
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
studere
Det er mange kvinner som studerer ved universitetet mitt.
cms/verbs-webp/102169451.webp
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
handtere
Ein må handtere problem.
cms/verbs-webp/120762638.webp
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
fortelje
Eg har noko viktig å fortelje deg.
cms/verbs-webp/75508285.webp
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
glede seg til
Barn gleder seg alltid til snø.
cms/verbs-webp/80116258.webp
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
vurdere
Han vurderer firmaets prestasjon.
cms/verbs-webp/113136810.webp
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.
sende av garde
Denne pakka vil bli sendt av garde snart.
cms/verbs-webp/89025699.webp
dragen
De ezel draagt een zware last.
bere
Eselen berer ei tung last.
cms/verbs-webp/68212972.webp
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
melde seg
Den som veit noko kan melde seg i klassen.
cms/verbs-webp/117953809.webp
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
tåle
Ho kan ikkje tåle songen.
cms/verbs-webp/99392849.webp
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
fjerne
Korleis kan ein fjerne ein raudvin flekk?
cms/verbs-webp/118232218.webp
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
beskytte
Barn må beskyttast.