Woordenlijst

Malayalam – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/104849232.webp
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/116067426.webp
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
cms/verbs-webp/117491447.webp
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/112970425.webp
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/97784592.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
cms/verbs-webp/123213401.webp
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/61280800.webp
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
cms/verbs-webp/95543026.webp
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
cms/verbs-webp/125385560.webp
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/78932829.webp
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
cms/verbs-webp/102327719.webp
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/85010406.webp
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.