Woordenlijst

Hausa – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/104825562.webp
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/117491447.webp
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/115373990.webp
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/114091499.webp
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/109434478.webp
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/117658590.webp
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/100466065.webp
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/51119750.webp
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
cms/verbs-webp/118588204.webp
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/78773523.webp
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/105504873.webp
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
cms/verbs-webp/91643527.webp
vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.