Woordenlijst

Hausa – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/108556805.webp
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
cms/verbs-webp/104825562.webp
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/121928809.webp
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
cms/verbs-webp/92145325.webp
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/110667777.webp
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
cms/verbs-webp/128644230.webp
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
cms/verbs-webp/19351700.webp
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/112444566.webp
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/102447745.webp
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/94153645.webp
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/95470808.webp
binnenkomen
Kom binnen!
cms/verbs-webp/130288167.webp
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.