Woordenlijst

Afrikaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/116166076.webp
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
cms/verbs-webp/106279322.webp
reizen
We reizen graag door Europa.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/81740345.webp
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
cms/verbs-webp/93697965.webp
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/127620690.webp
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/4706191.webp
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/45022787.webp
doden
Ik zal de vlieg doden!
cms/verbs-webp/20225657.webp
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/4553290.webp
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
cms/verbs-webp/119269664.webp
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/118253410.webp
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.