Woordenlijst

Servisch – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/91254822.webp
plukken
Ze plukte een appel.
cms/verbs-webp/90287300.webp
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/122479015.webp
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
cms/verbs-webp/11497224.webp
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
cms/verbs-webp/106515783.webp
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
cms/verbs-webp/105934977.webp
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/118765727.webp
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
cms/verbs-webp/74009623.webp
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/98561398.webp
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/40129244.webp
uitgaan
Ze stapt uit de auto.
cms/verbs-webp/99769691.webp
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hangen
Ze hangen beide aan een tak.