Woordenlijst

убегать

Все убежали от пожара.

ubegat‘

Vse ubezhali ot pozhara.

wegrennen

Iedereen rende weg van het vuur.

доказать

Он хочет доказать математическую формулу.

dokazat‘

On khochet dokazat‘ matematicheskuyu formulu.

bewijzen

Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

откладывать

Я хочу откладывать немного денег каждый месяц на будущее.

otkladyvat‘

YA khochu otkladyvat‘ nemnogo deneg kazhdyy mesyats na budushcheye.

opzij zetten

Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

слушать

Она слушает и слышит звук.

slushat‘

Ona slushayet i slyshit zvuk.

luisteren

Ze luistert en hoort een geluid.

расстраиваться

Ей становится плохо, потому что он всегда храпит.

rasstraivat‘sya

Yey stanovitsya plokho, potomu chto on vsegda khrapit.

boos worden

Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.

пропустить

Мужчина пропустил свой поезд.

propustit‘

Muzhchina propustil svoy poyezd.

missen

De man heeft zijn trein gemist.

исправлять

Учитель исправляет сочинения учеников.

ispravlyat‘

Uchitel‘ ispravlyayet sochineniya uchenikov.

corrigeren

De leraar corrigeert de essays van de studenten.

красить

Я хочу покрасить мою квартиру.

krasit‘

YA khochu pokrasit‘ moyu kvartiru.

schilderen

Ik wil mijn appartement schilderen.

смотреть

Все смотрят на свои телефоны.

smotret‘

Vse smotryat na svoi telefony.

kijken

Iedereen kijkt naar hun telefoons.

выполнять

Он выполняет ремонт.

vypolnyat‘

On vypolnyayet remont.

uitvoeren

Hij voert de reparatie uit.

садиться

Она сидит у моря на закате.

sadit‘sya

Ona sidit u morya na zakate.

zitten

Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.

обыскивать

Грабитель обыскивает дом.

obyskivat‘

Grabitel‘ obyskivayet dom.

doorzoeken

De inbreker doorzoekt het huis.