Woordenlijst

потреблять

Она употребляет кусочек торта.

potreblyat‘

Ona upotreblyayet kusochek torta.

consumeren

Ze consumeert een stukje taart.

выпускать

Издатель выпускает эти журналы.

vypuskat‘

Izdatel‘ vypuskayet eti zhurnaly.

uitgeven

De uitgever geeft deze tijdschriften uit.

переехать

Велосипедиста сбила машина.

pereyekhat‘

Velosipedista sbila mashina.

aanrijden

Een fietser werd aangereden door een auto.

болтать

Они болтают друг с другом.

boltat‘

Oni boltayut drug s drugom.

kletsen

Ze kletsen met elkaar.

чувствовать

Мать чувствует к своему ребенку много любви.

chuvstvovat‘

Mat‘ chuvstvuyet k svoyemu rebenku mnogo lyubvi.

voelen

De moeder voelt veel liefde voor haar kind.

идти легко

Ему легко идет серфинг.

idti legko

Yemu legko idet serfing.

gemakkelijk gaan

Surfen gaat hem gemakkelijk af.

чувствовать

Он часто чувствует себя одиноким.

chuvstvovat‘

On chasto chuvstvuyet sebya odinokim.

voelen

Hij voelt zich vaak alleen.

обращать внимание

Нужно обращать внимание на дорожные знаки.

obrashchat‘ vnimaniye

Nuzhno obrashchat‘ vnimaniye na dorozhnyye znaki.

opletten

Men moet opletten voor de verkeersborden.

лгать

Он часто лжет, когда хочет что-то продать.

lgat‘

On chasto lzhet, kogda khochet chto-to prodat‘.

liegen

Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

знать

Дети очень любознательны и уже много знают.

znat‘

Deti ochen‘ lyuboznatel‘ny i uzhe mnogo znayut.

weten

De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.

использовать

Она использует косметические продукты ежедневно.

ispol‘zovat‘

Ona ispol‘zuyet kosmeticheskiye produkty yezhednevno.

gebruiken

Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.

готовить

Они готовят вкусное блюдо.

gotovit‘

Oni gotovyat vkusnoye blyudo.

bereiden

Ze bereiden een heerlijke maaltijd.