Woordenlijst

жити разом

Вони планують скоро жити разом.

zhyty razom

Vony planuyutʹ skoro zhyty razom.

samenwonen

De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.

чекати

Діти завжди чекають на сніг.

chekaty

Dity zavzhdy chekayutʹ na snih.

verheugen

Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.

любити

Вона справжньо любить свого коня.

lyubyty

Vona spravzhnʹo lyubytʹ svoho konya.

houden van

Ze houdt echt veel van haar paard.

проходити

Вода була занадто високою; вантажівка не могла проїхати.

prokhodyty

Voda bula zanadto vysokoyu; vantazhivka ne mohla proyikhaty.

doorkomen

Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

відчувати відразу

Вона відчуває відразу до павуків.

vidchuvaty vidrazu

Vona vidchuvaye vidrazu do pavukiv.

walgen van

Ze walgde van spinnen.

ініціювати

Вони ініціюватимуть свій розлучення.

initsiyuvaty

Vony initsiyuvatymutʹ sviy rozluchennya.

initiëren

Ze zullen hun scheiding initiëren.

повертатися

Вчителька повертає ессе учням.

povertatysya

Vchytelʹka povertaye esse uchnyam.

teruggeven

De leraar geeft de essays terug aan de studenten.

витрачати

Нам потрібно витратити багато грошей на ремонт.

vytrachaty

Nam potribno vytratyty bahato hroshey na remont.

geld uitgeven

We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.

публікувати

Рекламу часто публікують у газетах.

publikuvaty

Reklamu chasto publikuyutʹ u hazetakh.

publiceren

Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.

танцювати

Вони танцюють танго з коханням.

tantsyuvaty

Vony tantsyuyutʹ tanho z kokhannyam.

dansen

Ze dansen verliefd een tango.

загубитися

Я загубився по дорозі.

zahubytysya

YA zahubyvsya po dorozi.

verdwalen

Ik ben onderweg verdwaald.

вирішити

Вона не може вирішити, в якому взутті йти.

vyrishyty

Vona ne mozhe vyrishyty, v yakomu vzutti yty.

beslissen

Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.