Woordenlijst

Engels (UK) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/57481685.webp
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/104849232.webp
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/83776307.webp
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
cms/verbs-webp/121870340.webp
rennen
De atleet rent.
cms/verbs-webp/63868016.webp
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/106088706.webp
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/114091499.webp
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/94796902.webp
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/93792533.webp
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/62069581.webp
sturen
Ik stuur je een brief.
cms/verbs-webp/75508285.webp
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.