Woordenlijst

Gujarati – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/142522540.webp
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/77731267.webp
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.