어휘

동사를 배우세요 ― 네덜란드어

cms/verbs-webp/68561700.webp
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!
열어두다
창문을 열어두는 사람은 강도를 초대하는 것이다!
cms/verbs-webp/91696604.webp
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
허용하다
우울증을 허용해서는 안 된다.
cms/verbs-webp/119417660.webp
geloven
Veel mensen geloven in God.
믿다
많은 사람들이 하나님을 믿는다.
cms/verbs-webp/112407953.webp
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
듣다
그녀는 듣다가 소리를 듣는다.
cms/verbs-webp/84506870.webp
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
취하다
그는 거의 매일 저녁에 취한다.
cms/verbs-webp/110347738.webp
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
기쁘게 하다
그 골은 독일 축구 팬들을 기쁘게 합니다.
cms/verbs-webp/23468401.webp
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
약혼하다
그들은 비밀리에 약혼했다!
cms/verbs-webp/122394605.webp
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
바꾸다
자동차 정비사가 타이어를 바꾸고 있습니다.
cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
강조하다
화장으로 눈을 잘 강조할 수 있다.
cms/verbs-webp/43483158.webp
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
기차로 가다
나는 기차로 거기로 갈 것이다.
cms/verbs-webp/41019722.webp
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
집으로 가다
쇼핑 후 두 사람은 집으로 간다.
cms/verbs-webp/87142242.webp
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
매달리다
천장에서 해먹이 매달려 있다.