어휘

동사를 배우세요 ― 네덜란드어

cms/verbs-webp/18473806.webp
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
차례를 얻다
제발 기다리세요, 곧 차례가 돌아올 것입니다!
cms/verbs-webp/110322800.webp
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
나쁘게 말하다
동급생들은 그녀에 대해 나쁘게 말한다.
cms/verbs-webp/113415844.webp
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
떠나다
많은 영국 사람들은 EU를 떠나고 싶어했다.
cms/verbs-webp/127620690.webp
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
과세하다
기업은 여러 가지 방법으로 과세된다.
cms/verbs-webp/93947253.webp
sterven
Veel mensen sterven in films.
죽다
영화에서 많은 사람들이 죽습니다.
cms/verbs-webp/123380041.webp
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
일어나다
그는 근무 사고로 무슨 일이 일어났나요?
cms/verbs-webp/106997420.webp
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
그대로 두다
자연은 그대로 두었다.
cms/verbs-webp/118868318.webp
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
좋아하다
그녀는 야채보다 초콜릿을 더 좋아한다.
cms/verbs-webp/109542274.webp
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
통과시키다
국경에서 난민들을 통과시켜야 할까요?
cms/verbs-webp/101945694.webp
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
늦잠 자다
그들은 하룻밤이라도 늦잠을 자고 싶다.
cms/verbs-webp/90554206.webp
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
보고하다
그녀는 스캔들을 친구에게 보고한다.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
흉내내다
그 아이는 비행기를 흉내낸다.