Vocabulary
Learn Verbs – Dutch

beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
limit
During a diet, you have to limit your food intake.

creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.
create
He has created a model for the house.

stoppen
Hij stopte met zijn baan.
quit
He quit his job.

moeten
Hij moet hier uitstappen.
must
He must get off here.

binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
enter
The ship is entering the harbor.

missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.
miss
He missed the nail and injured himself.

duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
see clearly
I can see everything clearly through my new glasses.

wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
live
They live in a shared apartment.

eindigen
De route eindigt hier.
end
The route ends here.

samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
summarize
You need to summarize the key points from this text.

luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
listen
He likes to listen to his pregnant wife’s belly.
