Woordenlijst

Italiaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/46565207.webp
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
cms/verbs-webp/118003321.webp
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
cms/verbs-webp/32180347.webp
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/94153645.webp
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/68435277.webp
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!
cms/verbs-webp/77646042.webp
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/117490230.webp
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
cms/verbs-webp/104849232.webp
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/113316795.webp
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/79201834.webp
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/106515783.webp
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
cms/verbs-webp/44159270.webp
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.