単語
動詞を学ぶ – オランダ語

beperken
Moet handel worden beperkt?
制限する
貿易を制限すべきですか?

studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
勉強する
私の大学には多くの女性が勉強しています。

slaan
Ze slaat de bal over het net.
打つ
彼女はネットを超えてボールを打ちます。

beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
制限する
ダイエット中は食事の摂取を制限する必要があります。

rennen
De atleet rent.
走る
アスリートが走ります。

voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
通過する
電車が私たちのそばを通過しています。

samenwerken
We werken samen als een team.
協力する
私たちはチームとして協力して働きます。

naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
帰る
買い物の後、二人は家に帰ります。

herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
繰り返す
それをもう一度繰り返してもらえますか?

knippen
De kapper knipt haar haar.
切る
美容師は彼女の髪を切ります。

voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
提案する
女性は彼女の友人に何かを提案しています。
