単語

副詞を学ぶ – オランダ語

cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
そこに
そこに行って、再び尋ねてみて。
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
明日
明日何が起こるか誰も知らない。
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
中で
彼は中に入ってくるのか、外へ出るのか?
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
最初に
安全が最初に来ます。
cms/adverbs-webp/166784412.webp
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
今までに
今までに株でお金を全て失ったことがありますか?
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?
今彼に電話してもいいですか?
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
どこかに
ウサギはどこかに隠れています。
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
外で
今日は外で食事をします。
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
ほとんど
ほとんど当たりました!
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
半分
グラスは半分空です。
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
すでに
彼はすでに眠っている。
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
ほとんど
もうほとんど真夜中だ。