単語

副詞を学ぶ – オランダ語

cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
一人で
私は一人で夜を楽しんでいる。
cms/adverbs-webp/77321370.webp
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
例として
例としてこの色はどうですか?
cms/adverbs-webp/23025866.webp
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
一日中
母は一日中働かなければならない。
cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
朝に
私は朝早く起きなければなりません。
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
そこに
そこに行って、再び尋ねてみて。
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
ちょうど
彼女はちょうど目を覚ました。
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
明日
明日何が起こるか誰も知らない。
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
とても
子供はとてもお腹が空いている。
cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Ze springen in het water.
中へ
彼らは水の中へ飛び込む。
cms/adverbs-webp/138988656.webp
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
いつでも
いつでも私たちに電話してください。
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
最初に
安全が最初に来ます。
cms/adverbs-webp/71670258.webp
gisteren
Het regende hard gisteren.
昨日
昨日は大雨が降った。