単語
副詞を学ぶ – オランダ語

net
Ze is net wakker geworden.
ちょうど
彼女はちょうど目を覚ました。

bijna
De tank is bijna leeg.
ほとんど
タンクはほとんど空です。

al
Het huis is al verkocht.
既に
その家は既に売られています。

even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
同じく
これらの人々は異なっていますが、同じく楽観的です!

al
Hij slaapt al.
すでに
彼はすでに眠っている。

bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
例として
例としてこの色はどうですか?

morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
明日
明日何が起こるか誰も知らない。

misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
おそらく
彼女はおそらく別の国に住みたい。

bijna
Ik raakte bijna!
ほとんど
ほとんど当たりました!

bijna
Het is bijna middernacht.
ほとんど
もうほとんど真夜中だ。

eerst
Veiligheid komt eerst.
最初に
安全が最初に来ます。
