単語

副詞を学ぶ – オランダ語

cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
どこへも
この線路はどこへも続いていない。
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
半分
グラスは半分空です。
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
ほとんど
もうほとんど真夜中だ。
cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
長く
待合室で長く待たなければなりませんでした。
cms/adverbs-webp/40230258.webp
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
過度に
彼はいつも過度に働いている。
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
すでに
彼はすでに眠っている。
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
ちょうど
彼女はちょうど目を覚ました。
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
ほとんど
ほとんど当たりました!
cms/adverbs-webp/145489181.webp
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
おそらく
彼女はおそらく別の国に住みたい。
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
明日
明日何が起こるか誰も知らない。
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
病気の子供は外出してはいけない。
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
正しく
その言葉は正しく綴られていない。