אוצר מילים
למד פעלים – הולנדית

afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
תלוי
הוא עיוור ותלוי בעזרה מבחוץ.

sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
לשלוח
החברה הזו שולחת מוצרים לכל העולם.

tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
מוצג
אמנות מודרנית מוצגת כאן.

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
לייצג
עורכי הדין מייצגים את לקוחותיהם בבית המשפט.

eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
דרש
הוא דרש פיצוי מהאדם שהתקל עמו.

doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
לעבור
המים היו גבוהים מדי; המשאית לא יכולה לעבור.

laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
השאיר עומד
היום הרבה אנשים צריכים להשאיר את רכביהם עומדים.

schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
לצעוק
אם אתה רוצה להישמע, עליך לצעוק את הודעתך בקול.

haten
De twee jongens haten elkaar.
שונאים
שני הבנים שונאים זה את זה.

spellen
De kinderen leren spellen.
לאיית
הילדים לומדים לאיית.

teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
לחזור
הוא לא יכול לחזור לבד.
