المفردات
تعلم الأفعال – الهولندية
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
سمح بالدخول
لا يجب أن تسمح للغرباء بالدخول.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
بحث عن
الشرطة تبحث عن الجاني.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
فاتتها
فاتتها موعدًا مهمًا.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
التقوا
التقى الأصدقاء لتناول وجبة عشاء مشتركة.
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.
عرف
ليس لديها معرفة بالكهرباء.
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!
ترك مفتوحًا
من يترك النوافذ مفتوحة يدعو اللصوص!
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
تقدم
الحلزونات تتقدم ببطء فقط.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
يجلب
يجلب الرسول حزمة.
wachten
Ze wacht op de bus.
انتظر
هي تنتظر الحافلة.
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
يتم تحضير
يتم تحضير فطور لذيذ!
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
استخدم
تستخدم المستحضرات التجميلية يوميًا.