词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/98294156.webp
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
交易
人们在交易二手家具。
cms/verbs-webp/34664790.webp
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
被打败
较弱的狗在战斗中被打败。
cms/verbs-webp/113136810.webp
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.
寄出
这个包裹很快就会被寄出。
cms/verbs-webp/119302514.webp
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
打电话
女孩正在给她的朋友打电话。
cms/verbs-webp/21529020.webp
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
跑向
女孩跑向她的母亲。
cms/verbs-webp/95190323.webp
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
投票
人们为或反对候选人投票。
cms/verbs-webp/47241989.webp
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
查找
你不知道的,你必须查找。
cms/verbs-webp/78073084.webp
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
躺下
他们累了,躺下了。
cms/verbs-webp/121670222.webp
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
跟随
小鸡总是跟着它们的妈妈。
cms/verbs-webp/74036127.webp
missen
De man heeft zijn trein gemist.
错过
这个男人错过了他的火车。
cms/verbs-webp/91930542.webp
stoppen
De agente stopt de auto.
停下
女警察让汽车停下。
cms/verbs-webp/100649547.webp
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
雇佣
申请者被雇佣了。