词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/110775013.webp
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
记下
她想记下她的商业想法。
cms/verbs-webp/98561398.webp
mengen
De schilder mengt de kleuren.
混合
画家混合颜色。
cms/verbs-webp/119335162.webp
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
移动
多移动是健康的。
cms/verbs-webp/44127338.webp
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
辞职
他辞职了。
cms/verbs-webp/57481685.webp
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
重读
学生重读了一年。
cms/verbs-webp/101709371.webp
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
生产
用机器人可以更便宜地生产。
cms/verbs-webp/59066378.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
注意
人们必须注意交通标志。
cms/verbs-webp/110401854.webp
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
找到住处
我们在一个便宜的酒店找到了住处。
cms/verbs-webp/74119884.webp
openen
Het kind opent zijn cadeau.
打开
孩子正在打开他的礼物。
cms/verbs-webp/92384853.webp
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
适合
这条路不适合骑自行车。
cms/verbs-webp/119913596.webp
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
父亲想给儿子一些额外的钱。
cms/verbs-webp/32312845.webp
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
排除
该团队排除了他。