词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/93150363.webp
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
醒来
他刚刚醒来。
cms/verbs-webp/122789548.webp
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
她的男朋友为她的生日给了她什么?
cms/verbs-webp/101383370.webp
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
出去
女孩们喜欢一起出去。
cms/verbs-webp/61245658.webp
uitspringen
De vis springt uit het water.
跳出
鱼跳出了水面。
cms/verbs-webp/127620690.webp
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
税收
公司以各种方式被征税。
cms/verbs-webp/102677982.webp
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
感觉
她感觉到肚子里的宝宝。
cms/verbs-webp/110775013.webp
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
记下
她想记下她的商业想法。
cms/verbs-webp/96531863.webp
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
穿过
猫可以从这个洞穿过吗?
cms/verbs-webp/103232609.webp
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
展览
这里展览现代艺术。
cms/verbs-webp/115267617.webp
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
他们敢从飞机上跳下来。
cms/verbs-webp/121870340.webp
rennen
De atleet rent.
运动员跑。
cms/verbs-webp/86583061.webp
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
付款
她用信用卡付款。