词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/71883595.webp
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
忽视
孩子忽视了他妈妈的话。
cms/verbs-webp/132125626.webp
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
说服
她经常要说服她的女儿吃东西。
cms/verbs-webp/93221270.webp
verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.
迷路
我在路上迷路了。
cms/verbs-webp/109657074.webp
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
赶走
一只天鹅赶走了另一只。
cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
照顾
我们的儿子非常照顾他的新车。
cms/verbs-webp/34725682.webp
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
建议
女人向她的朋友提出了建议。
cms/verbs-webp/75487437.webp
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
带领
最有经验的徒步旅行者总是带头。
cms/verbs-webp/106088706.webp
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
站起来
她再也不能自己站起来了。
cms/verbs-webp/31726420.webp
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
转向
他们相互转向。
cms/verbs-webp/86064675.webp
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
汽车停了下来,必须被推动。
cms/verbs-webp/99207030.webp
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
到达
飞机已经准时到达。
cms/verbs-webp/95470808.webp
binnenkomen
Kom binnen!
进来
进来吧!