词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/21689310.webp
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
提问
我的老师经常提问我。
cms/verbs-webp/42212679.webp
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
为...工作
他为了他的好成绩而努力工作。
cms/verbs-webp/106088706.webp
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
站起来
她再也不能自己站起来了。
cms/verbs-webp/105875674.webp
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
在武术中,你必须踢得好。
cms/verbs-webp/27076371.webp
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
属于
我的妻子属于我。
cms/verbs-webp/106203954.webp
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
使用
我们在火中使用防毒面具。
cms/verbs-webp/92207564.webp
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
他们骑得尽可能快。
cms/verbs-webp/87994643.webp
wandelen
De groep wandelde over een brug.
走路
这群人走过了一座桥。
cms/verbs-webp/92266224.webp
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
关掉
她关闭了电源。
cms/verbs-webp/106997420.webp
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
保持未触及
大自然被保持未触及。
cms/verbs-webp/67955103.webp
eten
De kippen eten de granen.
鸡正在吃谷物。
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
扑灭
消防部门从空中扑灭火灾。