词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
下雪
今天下了很多雪。
cms/verbs-webp/62788402.webp
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
支持
我们很乐意支持你的想法。
cms/verbs-webp/118780425.webp
proeven
De chef-kok proeft de soep.
大厨尝了一下汤。
cms/verbs-webp/34664790.webp
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
被打败
较弱的狗在战斗中被打败。
cms/verbs-webp/40129244.webp
uitgaan
Ze stapt uit de auto.
出来
她从车里出来。
cms/verbs-webp/111750395.webp
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
回去
他不能一个人回去。
cms/verbs-webp/109588921.webp
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
关掉
她关掉了闹钟。
cms/verbs-webp/101383370.webp
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
出去
女孩们喜欢一起出去。
cms/verbs-webp/123619164.webp
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
游泳
她经常游泳。
cms/verbs-webp/28993525.webp
meekomen
Kom nu mee!
快点
现在快点!
cms/verbs-webp/72855015.webp
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
收到
她收到了一个非常好的礼物。
cms/verbs-webp/96531863.webp
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
穿过
猫可以从这个洞穿过吗?