词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/123213401.webp
haten
De twee jongens haten elkaar.
讨厌
这两个男孩互相讨厌。
cms/verbs-webp/112755134.webp
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
打电话
她只能在午餐时间打电话。
cms/verbs-webp/91906251.webp
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
喊叫
这个男孩尽他所能大声喊叫。
cms/verbs-webp/57207671.webp
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
接受
我不能改变它,我必须接受。
cms/verbs-webp/102447745.webp
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
取消
他不幸取消了会议。
cms/verbs-webp/118826642.webp
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
解释
爷爷向孙子解释这个世界。
cms/verbs-webp/98294156.webp
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
交易
人们在交易二手家具。
cms/verbs-webp/58883525.webp
binnenkomen
Kom binnen!
进来
进来吧!
cms/verbs-webp/100466065.webp
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
省略
你可以在茶里省略糖。
cms/verbs-webp/106608640.webp
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
使用
即使是小孩子也使用平板电脑。
cms/verbs-webp/106997420.webp
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
保持未触及
大自然被保持未触及。
cms/verbs-webp/109434478.webp
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
开启
该节日以烟花开启。