词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/120015763.webp
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
想出去
孩子想出去。
cms/verbs-webp/82095350.webp
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
护士推着病人的轮椅。
cms/verbs-webp/84476170.webp
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
要求
他要求与他发生事故的那个人赔偿。
cms/verbs-webp/112755134.webp
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
打电话
她只能在午餐时间打电话。
cms/verbs-webp/66441956.webp
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
记下
你必须记下密码!
cms/verbs-webp/119269664.webp
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
通过
学生们通过了考试。
cms/verbs-webp/98060831.webp
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
出版
出版商发布了这些杂志。
cms/verbs-webp/4553290.webp
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
进入
船正在进入港口。
cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
混合
需要混合各种成分。
cms/verbs-webp/119302514.webp
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
打电话
女孩正在给她的朋友打电话。
cms/verbs-webp/113671812.webp
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
分享
我们需要学会分享我们的财富。
cms/verbs-webp/110401854.webp
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
找到住处
我们在一个便宜的酒店找到了住处。