词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/119520659.webp
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
提起
我要提起这个论点多少次?
cms/verbs-webp/10206394.webp
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
忍受
她几乎无法忍受疼痛!
cms/verbs-webp/35862456.webp
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
开始
婚姻开始了新的生活。
cms/verbs-webp/124274060.webp
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
留给
她给我留了一片披萨。
cms/verbs-webp/125385560.webp
wassen
De moeder wast haar kind.
妈妈正在给孩子洗澡。
cms/verbs-webp/40632289.webp
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
聊天
学生在课堂上不应该聊天。
cms/verbs-webp/125116470.webp
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
信任
我们都互相信任。
cms/verbs-webp/88597759.webp
drukken
Hij drukt op de knop.
他按按钮。
cms/verbs-webp/102136622.webp
trekken
Hij trekt de slee.
他拉雪橇。
cms/verbs-webp/91442777.webp
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
我不能用这只脚踩地。
cms/verbs-webp/120259827.webp
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
批评
老板批评员工。
cms/verbs-webp/102169451.webp
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
处理
必须处理问题。