Vocabulário
Aprenda verbos – Holandês

samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
resumir
Você precisa resumir os pontos chave deste texto.

trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
casar
Menores de idade não são permitidos se casar.

overnachten
We overnachten in de auto.
passar a noite
Estamos passando a noite no carro.

leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
gostar
A criança gosta do novo brinquedo.

luisteren
Hij luistert naar haar.
ouvir
Ele está ouvindo ela.

hangen
Ze hangen beide aan een tak.
pendurar
Ambos estão pendurados em um galho.

brengen
De koerier brengt een pakketje.
trazer
O mensageiro traz um pacote.

houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
amar
Ela ama muito o seu gato.

ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
receber
Ele recebe uma boa pensão na velhice.

vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
simplificar
Você tem que simplificar coisas complicadas para crianças.

monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
monitorar
Tudo aqui é monitorado por câmeras.
