Ordforråd

Lær verb – nederlandsk

cms/verbs-webp/84850955.webp
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
endre
Mye har endret seg på grunn av klimaendringer.
cms/verbs-webp/109434478.webp
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
åpne
Festivalen ble åpnet med fyrverkeri.
cms/verbs-webp/114091499.webp
trainen
De hond wordt door haar getraind.
trene
Hunden blir trent av henne.
cms/verbs-webp/120515454.webp
voeden
De kinderen voeden het paard.
mate
Barna mater hesten.
cms/verbs-webp/112286562.webp
werken
Ze werkt beter dan een man.
arbeide
Hun arbeider bedre enn en mann.
cms/verbs-webp/123213401.webp
haten
De twee jongens haten elkaar.
hate
De to guttene hater hverandre.
cms/verbs-webp/123619164.webp
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
svømme
Hun svømmer regelmessig.
cms/verbs-webp/122153910.webp
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
dele
De deler husarbeidet seg imellom.
cms/verbs-webp/118011740.webp
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
bygge
Barna bygger et høyt tårn.
cms/verbs-webp/118765727.webp
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
belaste
Kontorarbeid belaster henne mye.
cms/verbs-webp/49374196.webp
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
avskjedige
Sjefen min har avskjediget meg.
cms/verbs-webp/92145325.webp
kijken
Ze kijkt door een gat.
se
Hun ser gjennom et hull.