Ordforråd
Lær verb – nederlandsk

ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
utvikle
De utvikler en ny strategi.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.
bli blind
Mannen med merkene har blitt blind.

antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
svare
Hun svarer alltid først.

openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
åpne
Safeen kan åpnes med den hemmelige koden.

naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
se ned
Jeg kunne se ned på stranden fra vinduet.

overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
overgå
Hvaler overgår alle dyr i vekt.

voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
slippe foran
Ingen vil slippe ham foran i supermarkedkassen.

misgaan
Alles gaat vandaag mis!
gå galt
Alt går galt i dag!

kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
se
Alle ser på telefonene sine.

vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
stole på
Vi stoler alle på hverandre.

uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
sove lenge
De vil endelig sove lenge en natt.
