Woordenlijst

Slovaaks – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/118780425.webp
proeven
De chef-kok proeft de soep.
cms/verbs-webp/33564476.webp
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
cms/verbs-webp/96668495.webp
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/120624757.webp
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
cms/verbs-webp/101765009.webp
begeleiden
De hond begeleidt hen.
cms/verbs-webp/130770778.webp
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/110056418.webp
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/104759694.webp
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/10206394.webp
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/108295710.webp
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/120015763.webp
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
cms/verbs-webp/4553290.webp
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.