Woordenlijst

Gujarati – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/102447745.webp
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/78063066.webp
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
cms/verbs-webp/116610655.webp
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/853759.webp
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
cms/verbs-webp/110646130.webp
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/91906251.webp
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/81025050.webp
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/47969540.webp
blind worden
De man met de badges is blind geworden.
cms/verbs-webp/123298240.webp
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
cms/verbs-webp/53064913.webp
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
cms/verbs-webp/82669892.webp
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?