Woordenlijst

Frans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/115373990.webp
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/60395424.webp
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/74036127.webp
missen
De man heeft zijn trein gemist.
cms/verbs-webp/94909729.webp
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/123546660.webp
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
cms/verbs-webp/118826642.webp
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/63244437.webp
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
cms/verbs-webp/120200094.webp
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/122290319.webp
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
cms/verbs-webp/91906251.webp
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/93150363.webp
wakker worden
Hij is net wakker geworden.