어휘

동사를 배우세요 ― 네덜란드어

cms/verbs-webp/18473806.webp
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
차례를 얻다
제발 기다리세요, 곧 차례가 돌아올 것입니다!
cms/verbs-webp/121670222.webp
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
따라가다
병아리들은 항상 엄마를 따라간다.
cms/verbs-webp/111160283.webp
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
상상하다
그녀는 매일 새로운 것을 상상한다.
cms/verbs-webp/91696604.webp
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
허용하다
우울증을 허용해서는 안 된다.
cms/verbs-webp/91442777.webp
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
밟다
이 발로는 땅을 밟을 수 없어.
cms/verbs-webp/32796938.webp
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
발송하다
그녀는 지금 편지를 발송하려고 한다.
cms/verbs-webp/53064913.webp
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
닫다
그녀는 커튼을 닫는다.
cms/verbs-webp/67095816.webp
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
함께 살다
그 둘은 곧 함께 살 계획이다.
cms/verbs-webp/70624964.webp
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
즐기다
우리는 놀이공원에서 많이 즐겼다!
cms/verbs-webp/108295710.webp
spellen
De kinderen leren spellen.
철자하다
아이들은 철자하는 것을 배우고 있다.
cms/verbs-webp/102238862.webp
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
방문하다
오랜 친구가 그녀를 방문한다.
cms/verbs-webp/97593982.webp
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
준비하다
맛있는 아침식사가 준비되었다!