어휘

동사를 배우세요 ― 네덜란드어

cms/verbs-webp/51119750.webp
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
길을 찾다
나는 미로에서 잘 길을 찾을 수 있다.
cms/verbs-webp/80427816.webp
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
수정하다
선생님은 학생들의 에세이를 수정한다.
cms/verbs-webp/108580022.webp
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
돌아오다
아버지는 전쟁에서 돌아왔다.
cms/verbs-webp/4553290.webp
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
들어가다
배가 항구로 들어가고 있다.
cms/verbs-webp/121180353.webp
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
잃다
기다려, 너 지갑을 잃어버렸어!
cms/verbs-webp/99392849.webp
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
제거하다
어떻게 빨간 와인 얼룩을 제거할 수 있을까?
cms/verbs-webp/54887804.webp
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
보장하다
보험은 사고의 경우 보호를 보장한다.
cms/verbs-webp/97119641.webp
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
칠하다
그 차는 파란색으로 칠해진다.
cms/verbs-webp/120624757.webp
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
걷다
그는 숲에서 걷는 것을 좋아한다.
cms/verbs-webp/120193381.webp
trouwen
Het stel is net getrouwd.
결혼하다
그 커플은 방금 결혼했다.
cms/verbs-webp/78063066.webp
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
보관하다
나는 내 돈을 침대 테이블에 보관한다.
cms/verbs-webp/78342099.webp
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.
유효하다
비자는 더 이상 유효하지 않다.