어휘

동사를 배우세요 ― 네덜란드어

cms/verbs-webp/97784592.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
주의하다
도로 표지판에 주의해야 한다.
cms/verbs-webp/83548990.webp
terugkomen
De boemerang kwam terug.
돌아오다
부메랑이 돌아왔다.
cms/verbs-webp/98082968.webp
luisteren
Hij luistert naar haar.
듣다
그는 그녀의 말을 듣고 있다.
cms/verbs-webp/131098316.webp
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
결혼하다
미성년자는 결혼할 수 없다.
cms/verbs-webp/109657074.webp
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
쫓아내다
한 마리의 백조가 다른 백조를 쫓아냈다.
cms/verbs-webp/74036127.webp
missen
De man heeft zijn trein gemist.
놓치다
그 남자는 그의 기차를 놓쳤다.
cms/verbs-webp/86196611.webp
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
치다
불행하게도 많은 동물들이 여전히 차에 치여 있다.
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
더 가다
이 시점에서 더 나아갈 수 없다.
cms/verbs-webp/119335162.webp
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
움직이다
많이 움직이는 것이 건강에 좋다.
cms/verbs-webp/116932657.webp
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
받다
그는 늙어서 좋은 연금을 받는다.
cms/verbs-webp/53284806.webp
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
박싱 밖에서 생각하다
성공하려면 때때로 박스 밖에서 생각해야 합니다.
cms/verbs-webp/116166076.webp
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
지불하다
그녀는 신용카드로 온라인으로 지불한다.