Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch
over
het overgebleven eten
remaining
the remaining food
fijn
het fijne zandstrand
fine
the fine sandy beach
snel
de snelle skiër
fast
the fast downhill skier
homoseksueel
twee homoseksuele mannen
gay
two gay men
liefdevol
het liefdevolle cadeau
loving
the loving gift
dronken
een dronken man
drunk
a drunk man
prachtig
een prachtige waterval
wonderful
a wonderful waterfall
moe
een vermoeide vrouw
tired
a tired woman
roze
een roze kamerinrichting
pink
a pink room decor
vriendschappelijk
de vriendschappelijke omhelzing
friendly
the friendly hug
glanzend
een glanzende vloer
shiny
a shiny floor