Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

rijk
een rijke vrouw
rich
a rich woman

beschikbaar
de beschikbare speeltuin
existing
the existing playground

afgehandeld
de afgehandelde sneeuwruiming
done
the done snow removal

verontwaardigd
een verontwaardigde vrouw
outraged
an outraged woman

avondlijk
een avondlijke zonsondergang
evening
an evening sunset

snel
de snelle skiër
fast
the fast downhill skier

gesloten
gesloten ogen
closed
closed eyes

behulpzaam
een behulpzame dame
helpful
a helpful lady

modern
een modern medium
modern
a modern medium

licht
de lichte veer
light
the light feather

seksueel
seksuele lust
sexual
sexual lust
