Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

winters
het winterse landschap
wintry
the wintry landscape

strak
een strakke bank
tight
a tight couch

klaar
de klaarstaande hardlopers
ready
the ready runners

warm
de warme sokken
warm
the warm socks

perfect
perfecte tanden
perfect
perfect teeth

onnodig
de onnodige paraplu
unnecessary
the unnecessary umbrella

persoonlijk
de persoonlijke begroeting
personal
the personal greeting

scherp
de scherpe paprika
sharp
the sharp pepper

beschikbaar
de beschikbare windenergie
available
the available wind energy

avondlijk
een avondlijke zonsondergang
evening
an evening sunset

privaat
het privéjacht
private
the private yacht
