Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

homoseksueel
twee homoseksuele mannen
gay
two gay men

vreemd
het vreemde beeld
strange
the strange picture

rechtop
de rechtopstaande chimpansee
upright
the upright chimpanzee

troebel
een troebel bier
cloudy
a cloudy beer

droog
de droge was
dry
the dry laundry

zelfgemaakt
de zelfgemaakte aardbeienpunch
homemade
homemade strawberry punch

bewolkt
de bewolkte hemel
cloudy
the cloudy sky

smal
de smalle hangbrug
narrow
the narrow suspension bridge

koud
het koude weer
cold
the cold weather

rijp
rijpe pompoenen
ripe
ripe pumpkins

nationaal
de nationale vlaggen
national
the national flags
